‘Het poldermodel heeft ons erg veel gebracht’. Dat zegt Maarten Prak, hoogleraar Economische en sociale geschiedenis, in een interview. Prak bestudeert samen met Jan Luiten van Zanden de geschiedenis van het poldermodel. Nu is hij bezig met een boek over burgerschap. “Ik denk dat het poldermodel nog altijd relevant is, want kijk eens wat het ons heeft opgeleverd! Het is een model waarin autoriteit een geringe rol speelt, waarin partijen elkaar als gelijkwaardig erkennen, waarin de overheid optreedt als spelverdeler, maar niet de baas is. Dat heeft ons in het verleden erg veel gebracht, dus waarom zou je het overboord zetten? Wij hebben bijvoorbeeld het laagste aantal stakingsdagen van heel de ontwikkelde wereld, en dat komt gewoon doordat er wordt gepraat. Staken is trouwens ook een dure hobby. Ik denk dat het poldermodel echt een toekomst heeft, al zal die er anders uitzien dan de afgelopen honderd jaar.” Het typisch Nederlandse poldermodel hangt samen met burgerschap. Dat lijkt een abstract begrip, maar Prak laat zien dat ‘burgerschap’ een relevant en vooral actueel begrip is. “Ik ben geïnteresseerd in hoe politieke instituties werken. Burgerschap is mijn hoofdnummer. Daar – hij maakt een weids gebaar naar de papierstapel op zijn bureau – ligt het hoofdstuk over burgerschap in Noord- en Zuid-Amerika. Ja, het is een global history van burgerschap. En een van de grote vragen is of Europa dankzij dat burgerschap is wat wij zijn geworden.”
De Utrechtse historicus Maarten Prak dacht mee met de vliegende reporter Hans Goedkoop van de serie De Gouden Eeuw over de invloed van die eeuw op onze samenleving. Ze kwamen onder meer terecht in de snijzaal van Diergeneeskunde waar Utrechtse studenten in de lijn van Jan Swammerdam een hond ontleedden